" BLABLABLA. Geen excuses.
Laat een screenings-
mammografie nemen. "

REMEDIËRINGSTRAJECT

Een remediëringstraject kan worden opgestart in een aantal gevallen. Eén van de meest voorkomende gevallen is dat een ME twee tertaalrapporten heeft waarin de norm voor één bepaalde parameter niet wordt gehaald. Om een remediëringstraject te vermijden moeten er minstens drie tertaalrapporten waarin de norm wel wordt gehaald, volgen na een rapport waarin de norm niet wordt gehaald. Daarbij wordt telkens naar elke parameter afzonderlijk gekeken. Concreet betekent dit dat na een aanmaning, de ME in de komende drie tertaalrapporten de norm moet halen voor de betreffende parameter.

Indien een remediëringstraject moet worden opgestart, wordt de kennisgeving daarvan ten laatste twee maanden na het einde van het tertaal in kwestie verstuurd naar de verantwoordelijke 1ste lezer van de ME.

Bovenstaande tekst schetst de situatie indien de ME nog geen voorafgaande remediëring doorliep. Indien er wel reeds eerder een remediëringstraject liep, is er een afwijkende regeling. Meer informatie daarover bij mathieu.goossens@bevolkingsonderzoek.be.

Een remediëringstraject speelt zich in grote lijnen zo af:

• Opstartfase: tijdens de opstartfase moet de ME alle benodigde informatie verzamelen die ze nodig heeft om het probleem te verhelpen en stappen ondernemen om de norm te halen.
• Meetfase: de meetfase volgt op de opstartfase. Screeningsmammografieën die in deze periode worden genomen worden gebruikt om te evalueren of het remediëringstraject succesvol werd afgerond. Na de meetfase stuurt het CvKO een eindevaluatie van het remediëringstraject.

​​​​​Net als na een aanmaning, ligt de verantwoordelijkheid voor zowel contact zoeken met het CvKO als het behalen van resultaten bij de ME. Het CvKO kan op vraag bepaalde extra analyses voorstellen, of meezoeken naar oorzaken van het probleem.